La Peinture, c’est la vie qui s’échange

 

In het verlengde van zijn ervaringen met Les Belles Idées reçues, dat  plaatsvond ter gelegenheid van Manifesta 13 (2020) in Marseille, heeft Angel Vergara, in aanloop naar zijn tentoonstelling in het MACS, een workshop begeleid met kinderen met een visuele beperking uit het buitengewoon onderwijs in België (CPESM in Ghlin). Er vonden verschillende workshopsessies plaats: niet alleen op school, maar ook in het museum en in de stad. Ze hebben deze verschillende contexten samen beleefd. Daarbij hebben ze ook de gelijkenissen verkend tussen de praktijk van Straatman, die van onder een laken zichzelf ertoe dwingt om waar te nemen ‘zonder te zien’, en de strategieën die de kinderen zelf toepassen om hun fragmentarische blik op de wereld te compenseren. Daarbij gaat het vooral om het trainen van een heel scherp geheugen. Zo is dit ‘gemeenschappelijke schilderij’, dat gevoed werd door geluiden, geuren, kleuren en aanrakingen, uitgegroeid tot een plek voor het uitwisselenvan opvattingen en voor ederzijdse verrijking.

Hoe is het idee ontstaan om te werken met kinderen met een visuele
beperking?

Het is een project dat ik begonnen ben tijdens Manifesta 13 in Marseille in 2020. Het thema blindheid intrigeert me al geruime tijd. Sinds het ontstaan van Straatman heb ik mijn gezichtsvermogen uitgeschakeld, het belangrijkste zintuig in de schilderkunst. Schilder zijn impliceert dat je kijkt, maar wat gebeurt er als je niet kijkt? Wat schilder ik? Hoe schilder ik? Door het zicht weg te nemen, maak ik ruimte voor andere zintuigen zoals het gehoor en de tastzin, maar ook voor wat er zich rond mij afspeelt, voor mijn eigen beschouwing. Op die manier wordt er een opeenstapeling van lagen en temporaliteiten veroorzaakt. Binnen deze tijdlagen is er een gevoeligheid actief die gelinkt is aan wat er gezien wordt, maar ook wat er waargenomen, aangeraakt of gehoord wordt. Exterieure elementen komen het moment verstoren waarin men zit. Werken met kinderen is een waar genot. Ik ben onder de indruk van hun intelligentie en van de vrijheid die ze zich permitteren om de dingen te begrijpen. Er zijn grote verschillen onder de kinderen met een visuele beperking. Sommigen zien enkel aan de zijkanten van hun gezichtsveld, maar niet in het centrum, terwijl voor anderen het omgekeerde geldt. Nog andere kinderen zien helemaal niets of slechts voor 10%. Sommige kinderen zijn ook doof, kunnen niet praten of hebben een hersenletsel. De kinderen met wie ik heb samengewerkt, Alessandro, Casiana, Éméline, Kendji, Laura, Manolya, Marissa, Naélia, Rayan, Talha en Talya zijn tussen de 5 en de 11 jaar oud, een mooie leeftijd voor grafische expressie.

Wat waren de verschillende fases tijdens het werkproces met de kinderen?

We hebben eerst samen de tentoonstellingen in het MACS over Léon Wuidar en Tamara Laï bezocht. Daarna heb ik de plattegrond van het museum op hun maat gemaakt. Met heel veel aandacht begonnen ze hun afgelegde parcours te reconstrueren en elementen toe te voegen. Soms deden ze dit volgens de werkwijze van Straatman, soms door gewoon delen van de plattegrond in te kleuren. Wanneer ze vervolgens teruggekeerd zijn naar het MACS, hebben we de drager gewijzigd en zijn we aan de slag gegaan met een heel groot schaalmodel. Ze hebben nogmaals de museumzalen bezocht en hebben zo nieuwe tentoonstellingen ontdekt die sterk verschilden van het voorgaande bezoek. De maquette was zodanig groot dat ze de hele inkomhal van het museum innam. Meteen hadden de kinderen de veranderde schaalgrootte waargenomen. Dankzij de aangepaste grootte konden ze de maquette zelf binnengaan, als in een miniatuurmuseum. Als volgende stap werd de maquette meegenomen en geplaatst in het hart van de stad Bergen, op de Marché aux Herbes. Op dat moment hoefden de kinderen hun ervaring in het museum niet meer te herinneren, maar ging het erom dat ze handelden zoals Straatman en letten op wat er in hun omgeving gebeurde: er waren cafés, terrassen, voorbijrijdende vrachtwagens en auto’s... Het belangrijkste was dat ze zich enerzijds bewust waren van de schaalgrootte van de maquette en van de stad, en anderzijds van het museum, dat als het ware naar de straat verplaatst was zodat de straat het museum binnengeloodst kon worden.

Hoe hebben de kinderen Straatman opgevat?

Toen ik ze op school ontmoette, ben ik begonnen met zowel mezelf als Straatman voor te stellen. Ik heb me onder het laken verborgen waardoor ik Straatman werd, en ik heb hen hetzelfde laten doen, met de nodige hilariteit tot gevolg. Kinderen verstoppen zich graag onder lakens om een eigen wereld te creëren. Ze vinden het amusant, ze willen het nog eens proberen, ze spelen spookje: elk kind verzint zijn eigen verhaal.

Op welk vlak hebben de kinderen u verrast tijdens het project?

Om te beginnen hebben hun scherpe waarnemingsvermogen en hun fenomenale geheugen me verbaasd. Sommigen konden uit het hoofd het parcours reconstrueren van een tentoonstelling die ze bezocht hadden. Naast hun vrijheid van handelen beschikken ze over een verbazingwekkende intelligentie en gevoeligheid. Ik was ook geraakt door de genegenheid en de solidariteit die ze niet alleen tegenover elkaar lieten blijken, maar ook tegenover mij. Van mijn kant heb ik geprobeerd om hun waarnemingsvermogen nieuwe opties te bieden door middel van handelingen op het beeld, of dat nu fysiek of mentaal was. De titel van het project in Marseille, Les Belles Idées reçues, benadrukt de relatie van uitwisseling en alle prachtige ideeën die de kinderen me aangereikt hebben. In het MACS heet het La Peinture, c’est la vie qui s’échange. Het gaat over idées reçues (misvattingen), maar ook over uitwisseling en over het leven.

Welke impact heeft het ervaren van een versluierd zicht als Straatman op uw praktijk in het algemeen?

De tentoonstelling is getiteld In het moment, om te benadrukken dat ik de werkelijkheid ‘live’ wil documenteren en becommentariëren door ze onmiddellijk over te brengen op een oppervlak met potlood en kleur. Deze ervaring kristalliseert een potentieel van waarheid dat door schilderkunst beheerst kan worden, wat er zijn dingen die je er niet uit kan weghalen. Ik heb veel bijgeleerd door op die manier te werk te gaan. Door mijn zicht te ontnemen heb ik al mijn andere zintuigen kunnen ontwikkelen en heb ik het geheel van deze belevingen kunnen uiten via schilderkunst.