Delen

Cruising Bye
27.02.22 > 18.09.22

Aline Bouvy. Cruising Bye

 

Zoals de titel Cruising Bye laat uitschijnen, voelt de tentoonstelling van Aline Bouvy in het MACS aan als een zwerftocht. Er is zowel sprake van seksuele zwerverij en politiepatrouilles als van straathonden en queer gestoei. Aan de einder van deze poëtische en grensoverschrijdende ontsporing tekent zich de utopie af van een fluïde seksualiteit die de beeldend kunstenaar minder associeert met pragmatisch lgbt-activisme, maar eerder met de voortdurende kritiek door de esthetische en hygiënische codes waarmee de maatschappij onze lichamen monitort en hun verlangens beknot. Haar artistieke werkwijze anticipeert het einde van dodelijke remmingen en gaat over tot een onbevangen erotisering van onze omgeving, door er afgeschreven materialen, decadente lichaamshoudingen, verlaten gebieden en afgekeurde organen in te integreren. Haar multidisciplinaire palet, dat gethermovormd plexiglas, ingelegd linoleum of telegeleide voertuigen afwisselt, verrast het publiek door zijn aanslag op de goede smaak en zijn lichtzinnige benadering van taboes. Met haar verwijzingen naar het clarisme, transgendermystiek die in de jaren 1920 bedacht is door de Duitse kunstenaar Elisarion, refereert Aline Bouvy ook aan het langzame utopische traject van een cultuur die zich aan het afkeren is van de heersende denkpatronen van het patriarchaat en de heteronormativiteit. Haar werken overschrijden de normen van de burgerlijke moraal en de grenzen van de politieke correctheid, en spreken de cultuur en passant zelf aan met een brutale bye bye, tekenend voor een onomkeerbare verschuiving in de samenleving. Als ware ode aan de vrijheid heeft de tentoonstelling Cruising Bye van Aline Bouvy de poëtische allure van een ‘woeste parade’, waarin je naast een optocht van androgyne politieagenten (met loeiende sirenes) ook een heksensabbat (onder invloed van wolfskers) aantreft.


Het parcours doorheen de museumzalen is, naar analogie met het begrip cruising in de titel van de tentoonstelling, opgevat als een slenterwandeling met drie belangrijke momenten: het ontdekken van de reeks lino’s die Aline Bouvy gemaakt heeft tussen 2014 en 2016, de immersie in de nieuwe versie van de interactieve installatie Potential for Shame (2021-22) en de verkenning van een reeks sculpturen buiten het gebouw, die de architectuur van het MACS menselijke trekken geven.

Aline Bouvy past de marqueterie-techniek toe op linoleum. Ze beperkt haar palet bewust tot zwart- en grijstinten, maar differentieert op vlak van textuur, zoals gespikkelde oppervlakken en moirépatronen. Dit natuurlijke materiaal, dat gewoonlijk gebruikt wordt als vloerbedekking, wordt anders aangewend door de kunstenaar, die het als essentieel element gebruikt voor haar beeldend handelsmerk. Ze gebruikt linoleum als omlijsting voor haar foto’s (in de reeks Urine Mate), maar ook als hoofdbestanddeel of zelfs als enige component (bijvoorbeeld in het werk Interruption in the Social Contract). De reeks lino’s Politics of Intimacy (2014) is voor Aline Bouvy de expressie van “een bepaalde manier van zijn in de wereld, hoe er zich in te passen, hoe te leven, hoe om te gaan met liefde, seksualiteit, menselijke relaties, kunst”. De vertroebelde en gespikkelde oppervlakken benadrukken overigens de psychologische dimensie van deze ‘mentale landschappen’, waarin soms foto’s of 3D-objecten geïntegreerd zijn als exploratie van intieme gebieden. De reeks Urine Mate (2016), waarvan de titel in het Nederlands vertaald kan worden als ‘vrienden van het urinoir’, suggereert eveneens meerdere interpretaties van het begrip intimiteit, dat gepercipieerd wordt met de morele codes en de normen en waarden van een patriarchale samenleving in het achterhoofd. Met haar foto’s van mannelijk naakt, die de genderstereotypes doen verwateren, neemt Aline Bouvy ons mee naar marginale plaatsen: zones waar men kan tippelen en cruisen. Met het ‘onkruid’ op de voorgrond van de naakte lichamen wordt er een parallel getrokken met ‘woestenijen’. De titel van de reeks, Urine Mate, verwijst naar het bestaan van ruimtes die specifiek voorbehouden zijn voor de ‘mannelijke community’ en stelt de positie van de vrouw in de samenleving impliciet in vraag. Deze titel kan ook begrepen worden als een verbastering van urine made, dat letterlijk ‘gemaakt met urine’ betekent. Aline Bouvy heeft immers haar eigen urine gebruikt voor de productie van het gips en de realisatie van de sculpturen, waarvan men sporen herkent in bepaalde foto’s die geïntegreerd zijn in haar lino’s. Gips en urine zijn ook met elkaar vermengd in de afgietsels van de zwerfhonden die – als ware het ‘voetnoten’ – onder bepaalde lino’s geplaatst zijn. Deze sculpturen zijn een hommage, zo vertelt de kunstenaar ons, aan “de brutaliteit en de respectloosheid van de dieren uit de stad”.

Om het effect van cruising te benadrukken heeft Aline Bouvy langs het eerste deel van het parcours ‘snelheidsremmers’ geplaatst, die bedoeld zijn om het belang van traagheid te benadrukken bij het cruisen, in de betekenis van ‘geflirt’, maar ook van ‘politiepatrouille’. In de eerste museumzaal zijn de lino’s samengebracht en wordt hun evolutie doorheen de tijd getoond, waarbij de typisch modernistische overgang van het figuratieve naar het abstracte omgedraaid is. De passage door deze ruimte wordt ook vertraagd door de reeks Empathy (2014), met grote sculpturen in gethermovormd plexiglas. Deze werken doen denken aan een vloeibaar en vervormd (water) oppervlak. Op bepaalde plekken zijn ze doorboord met palingen, waarvan de kwabbige vorm zou kunnen verwijzen naar drollen, alsook naar een hevige angst voor indringing in het lichaam. Het werk speelt op die manier een spel van aantrekken en afstoten met de kijker, in wat Aline Bouvy een groteske esthetiek noemt, die de concepten van goede of slechte smaak overstijgt.

Potential for Shame (2022) neemt de grote zaal van het MACS volledig in en is de verrijkte versie van de installatie Splendeur et Décadence des Sirènes, die Aline Bouvy in 2020 heeft gemaakt in NEW SPACE in Luik en vervolgens getoond heeft in Kunsthal in Gent. De kunstenaar heeft het project, waarvan de productie gebeurde met de hulp van het museum, ontworpen in samenwerking met Julien Bouille voor de programmering van de robotica en met Pierre Dozin voor de geluidscompositie. Het is een vorm van subversief theater of groteske arena waarin onderdrukte seksualiteit en autoritaire figuren elkaar ontmoeten. De bezoeker kan kiezen: ofwel maakt hij deel uit van het tafereel, ofwel blijft hij op afstand en neemt hij plaats op het platform. Op de vloer brengen auto’s, die uitgerust zijn  met artificiële intelligentie, leven in de brouwerij. Deze voertuigen met geluid zijn geprogrammeerd om de typische trajecten van politiepatrouilles na te bootsen. Ze passen zich aan aan het gedrag van het publiek, dat van zijn kant met hen interageert. De geproduceerde geluiden evolueren volgens de choreografie van de auto’s en doen denken aan politiesirenes en de repressie van onwettig gedrag, bijvoorbeeld seks op openbare plaatsen. Het ‘gezang’ van de auto’s, dat gezien wordt als een allusie op de hersenschimmen uit de mythologie, is fascinerend op een verontrustende manier; de vergelijking met orgiastische muziek is niet veraf.

Aan de muren, op een monumentale fries, is er een andere choreografie met figuren/poppen te zien: politieagenten die verlost zijn van hun strikte uniformen en die vrouwelijke trekjes (overontwikkelde tepels) hebben gekregen, zijn aan het flikflooien en nemen begerige houdingen aan (bdsm). De omgekeerde urinoirs, die de vorm van een vagina hebben, en de gele neonlampen, die urinestralen (en dus een golden shower) voorstellen, bevestigen de verwijzing naar niet-normatieve seksuele praktijken en seksuele taboes.

 

Het parcours in de tentoonstelling eindigt met meerdere sculpturen buiten de museummuren: Enclosure (2021), Bastinado (2018) en Wall Piercing (2018). Enclosure, een hoge constructie in geborsteld roestvrij staal in de vorm van een vrouwelijk profiel, is een toespeling op de heksenteugel (Scold’s Bridle), een instrument dat in de 16de eeuw in Engeland gebruikt werd om ‘loslippige’ en ‘ordeverstorende’ vrouwen publiek te vernederen. In diezelfde periode kenden, ook in Engeland, de enclosures (‘omheiningen’) hun opgang. Die beweging streefde naar de privatisering van landbouw en was gekenmerkt door de geleidelijke inname van gemeenschappelijke gronden en de ontwikkeling van een economie die streeft naar winstmaximalisatie. Die evolutie ging ten koste van vrouwen, die zich daardoor veroordeeld zagen tot de onbezoldigde activiteit van voortplanting (het produceren van ‘human resources’ door het opvoeden van kinderen). De feministische auteur Silvia Federici, wier boek Caliban et la Sorcière Aline Bouvy heeft geïnspireerd voor dit werk, ziet inderdaad parallellen tussen enerzijds de heksenjachten die de ‘proletarische vrouw’ demoniseren en anderzijds de opkomst van het kapitalisme. Aan de binnenzijde van Enclosure, dat symbool staat voor patriarchale dominantie, heeft Aline Bouvy wolfskers gezaaid, een heel giftige plant die eveneens therapeutische, cosmetische (het zorgt voor wijdere pupillen) en hallucinogene eigenschappen heeft. Wolfskers wordt geassocieerd met de heksensabbat en bij uitbreiding met het taboe rond vrouwelijk genot; de plant zou immers een toestand van extase kunnen veroorzaken. De reuzenvoeten van Bastinado zijn gemaakt in jesmoniet, een recent ontwikkeld materiaal dat aanvankelijk gebruikt werd voor het vervaardigen van theaterdecors. Door deze voeten krijgt het museum menselijke eigenschappen, waardoor het gebouw vanuit een nieuw perspectief geobserveerd kan worden. De voeten kunnen ook als banken geïnterpreteerd worden, waarop de bezoekers zelf graffiti mogen aanbrengen. Wall Piercing is evenzeer een aanzet om het museum als een groot lichaam te beschouwen. Met de brutaliteit die kenmerkend is voor haar werkwijze, heeft Aline Bouvy piercings aangebracht uit dezelfde underground seksuele subcultuur waar de installatie Potential for Shame – met zijn queer geflikflooi – ook mee verwant is.
 

Aline Bouvy

Aline Bouvy (1974, België) woont en werkt in Brussel. Na haar studies aan het ERG – École de Recherche Graphique – in Brussel en daarna aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht heeft deze multidisciplinair kunstenaar van Luxemburgse komaf deelgenomen aan talrijke residenties en (groeps- en solo) tentoonstellingen, vooral binnen Europa (Kunstraum, Londen, 2015; Galerie Baronian, Brussel, 2018; Nosbaum Reding Gallery, Luxemburg, 2018; Künstlerhaus Bethanien, Berlijn, 2019; Kunsthal Gent, België, 2021). 13 jaar lang was ze een duo met kunstenaar John Gillis; sinds 2013 ontwikkelt ze een solopraktijk.
 

Aline Bouvy - Portrait

Fotolithografie

De lithografie Sheer Impotence, gemaakt door kunstenaar Aline Bouvy naar aanleiding van haar tentoonstelling in het MACS, is geproduceerd in samenwerking met Éditions Bruno Robbe en is te koop in de Artshop van Grand-Hornu.

Meer informatie
MACS - Lithographie - Aline Bouvy, Sheer Impotence